Honden hebben baasjes, poezen hebben personeel, dat is algemeen bekend. Honden luisteren naar hun baasjes als ze er zin in hebben en getraind zijn. Het personeel van de poezen is een stuk moeilijker te trainen, maar de poezen doen hun best.
Zelf blijk ik goed op te leiden heb ik gemerkt. Poezen uit de buurt komen regelmatig bij me in de tuin om me te vertellen dat ze een plakje worst wensen en ik zorg dan ook dat ik altijd iets voor ze in de koelkast heb liggen. Voor ze het plakje worst aannemen willen ze eerst worden gekroeld en als je eenmaal weet wat er van je wordt verwacht dan hoeven ze je dat niet meer te vertellen.
Familie van mij heeft een poes Flippie genaamd, in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden is zij toch echt een poes en geen kater. Maar ze is wel heel bijzonder en volgens mij is dit koninklijk dier stiekem een Siamese tweeling wat haar aanzienlijke gewicht van 8,8 kilo zou kunnen verklaren.
Wil deze dame naar buiten, dan staat ze eenvoudig op en kijkt een lid van haar personeel aan met een blik waarin enige arrogantie duidelijk aanwezig is. Het vreemde hieraan is dat, hoewel ze lager op haar pootjes staat dan haar onderdanen, het wel lijkt alsof ze je ietwat uit de hoogte aankijkt, heel apart.
Ze heeft bepaalde vaste gewoontes en één daarvan is om ’s avonds nog even een rondje om het huis te wandelen, of het nu regent of niet. Ze sommeert met haar koele blik het personeelslid dat op dat moment haar voorkeur geniet (de best getrainde dus) en zodra deze de moeite neemt om op te staan schrijdt ze waardig naar de kamerdeur die toegang tot de gang geeft. Vervolgens verwacht ze voor de volle honderd procent dat de voordeur wordt open gedaan en dan schommelt ze ineens heel vlot naar buiten. Als het regent schuilt ze onder één van de auto’s, vraag me niet waarom, ze houdt dit geheim. Je hoeft ook niet te wachten tot Hare Koninklijke Poezigheid weer naar binnen wil, dat geeft ze vanzelf aan. Maar zeker niet door de voordeur, o nee. Ze is niets te beroerd om zodra het haar belieft de dienstingang aan de achterkant van het huis te nemen. Mocht niemand het in de gaten hebben dat zij welwillend staat te wachten om binnen gelaten te worden dan krabt ze met haar nagels tegen het glas tot je er kippenvel van krijgt en gehoorzaam de deur voor haar open doet.
Mylady is afgelopen zomer weer op dieet gezet, wat in haar jongere jaren fout liep doordat ze dat voer niet bliefde. Daarop liep ze vriendelijke buurtbewoners langs om als een armoedige bedelaar toch aan haar kostje te komen. Ver beneden haar waardigheid, maar je moet wat als je rammelt van de honger. OK, een averechts effect dus, zeker omdat haar personeel toen niet meer kon nagaan wat ze binnenkreeg aan voeding. Dieetvoeding ging dus richting Grote Grijze Archiefbak en Flippie groeide vrolijk verder. Nu is Madam inmiddels zo’n veertien jaar oud en ze had toch wel moeite met lopen, laat staan de trap op klimmen als ik boven op de logeerkamer lag te slapen, of een poging daartoe in gang had gezet. Het was toch redelijk snel te merken dat ze met minder voer per dag minder ploffend of het parket schoof. Ze sprong ook weer zelf op de bank ipv haar personeel de opdracht te geven haar op te tillen. Wel was het erg moeilijk om twintig keer per dag haar Koninklijk bevel om eten in haar zilveren bakje te deponeren te moeten negeren. Zoals het een goed medewerker betaamt sneed me dat door mijn teerhartig zieltje.
Een enkele keer komt er een hondje logeren die ongeveer de helft van haar afmeting is. Met schattige oortjes en vragende oogjes en niet begrijpend waarom de Royal Lady van die grommende geluiden maakt zodra hij in haar buurt komt. Hij heeft geen kwade bedoelingen naar haar, hij zou niet durven, daar had ze wel voor gezorgd. Maar laatst was ze wel in een bijzonder goede bui en mocht het kleine monster ook op de bank vlak bij haar met de chef van haar personeel er tussen in.
Als ze hem nu ook nog eens zo goed kan trainen als de rest van haar personeel, wie weet mag hij dan ook bij haar in dienst treden.