Altijd al was ik graag met kinderen bezig, ze iets vertellen, ze iets leren, samen knutselen. Helemaal geweldig als je ze iets probeert bij te brengen en ze pikken het dan ook nog met veel plezier op. Toen onze prachtige dochter werd geboren na negen hele lange maanden, kon ik mijn geluk niet op. Ze was geweldig, want ze wilde alles leren, zowel de papa- als de mama-dingen. Koken en bakken, schoonmaken, maar ook figuurzagen, de boormachine gebruiken en schilderen, niets was haar te dol.
Maar ja, kleintjes worden groot en dan hoop je op nieuwe kleintjes. Als deze felbegeerde kleintjes om wat voor reden dan ook uitblijven moet je het doen met wat je krijgt. Ik heb dus nu een ‘kleinhond’ waar ik regelmatig van kan genieten. Alleen lukt het me niet om hem te leren de boodschappen in de koelkast op te ruimen, koken en bakken is ook al geen succes. Wel is hij een grote hulp als je aan het koken bent, hij ruimt alle voedsel op zodra je het op de grond laat vallen.
Gelukkig heeft dochterlief hem wel een aantal dingen geleerd en voor de juiste traktatie laat hij deze dan ook graag zien. Zo kan hij netjes gaan liggen, hij kan mooi zitten, een high five geeft ook geen problemen, omrollen kan hij ook. Maar niet op het koude zeil of op de kille plavuizen, kom zeg! Meneer heeft wel zo zijn eisen, hij doet de trucjes graag op commando, maar wel op het langharige kleed.
Ja logisch ook wel, hij is niet overdadig bekleed met koffie-verkeerd-bruine en witte haartjes. Dus als het koud is moet hij ook zo’n ‘o, wat zielig voor die hond’-jasje aan. Nou, niks zielig hoor. Het zou pas zielig zijn om hem zonder zijn gevoerde jasje de vrieskou in te sturen. Vooral op zijn slanke, maar gespierde six-pack-buikje zit bar weinig bedekking. En nu moet ik toegeven, als je hem het jasje wilt aantrekken doet hij wel alsof hij zwaar wordt mishandeld. Een beetje aanstellerij is hem niet vreemd, dus gaat hij half kruipend en liggend op het vrouwtje af die hem zijn manteltje aan wil doen. Maar heeft hij eenmaal zijn haute couture hondenpakje aan, dan wordt zijn houding plotseling volledig anders. Hij stapt fier rond alsof hij wil zeggen: kijk mij eens, een echte Armani!
Maar goed, als hij in warmere tijden bij me logeert staat de achterdeur gewoon open, zodat hij naar believen in en uit kan lopen. Achter onze tuin ligt een parkeerterrein met een groot grasveld. En je wilt niet geloven wat een heerlijke luchten er in dat gras zitten. Daar kan hij wel een uur lang snuffelen tot zijn neus er half van is afgesleten. Dat vindt hij echt genieten. Verder kan hij ook heel erg lui op zijn wollen matje op de bank liggen. Vaak gaat hij tegen de bank opstaan met zijn mooie pootjes tegen de zitting en dan kijkt hij je aan met nog net geen zielige traan in zijn ooghoeken, zijn blik zegt dan genoeg: zie je dan niet dat die bank veel te hoog is voor mij? Daar kom ik toch van zijn-lang-zal-zijn-leven niet op! Dan zeg ik hardvochtig: “Stel je niet zo aan, dat kun je best zelf, komediant.” Zodra hij merkt dat je er niet instinkt zit hij met een sprongetje op de bank, even een beetje draaien en voilà, meneer ligt op zijn eigen plekje, omringd door een aantal knuffelbeesten die hij gekregen of zichzelf toegeëigend heeft.
Hier kan hij heel lang luieren, maar dat kan erg snel zijn afgelopen op het moment dat hij denkt dat er een viervoeter van het type Miauw de tuin in komt. Van een volkomen lege-batterijenhond verandert hij in één seconde in een moordmachine waar een geluid uit komt dat je niet voor mogelijk zou houden als je het niet zelf gehoord hebt. Als hij de mazzel heeft dat het kattenbeest op het tuinpad zit kan hij deze wegjagen met een felheid die alleen zo’n hondje van handtasformaat eigen kan zijn. De miauwbeesten geven hem meestal het voordeel van de twijfel en gaan er als een speer vandoor. Zit de poes echter op de tuintafel, of op één van de containers, dan is dat te hoog voor zijn scherpe ogen en raast hij direct door naar het tuinhekje om daar tevreden te constateren dat het ondier gevlucht is voor zijn dappere aanval ter verdediging van zijn territorium. Met een tevreden, maar volledig misplaatste arrogantie stapt hij dan met trotse passen terug naar het huis.
Maar wat nu als het miauwbeest in de tuin zit als we thuiskomen van een wandeling? Dan kun je wel als een bezetene gaan blaffen tegen dat gevaarlijke dier, als die engerd daar dan niet van onder de indruk is en gewoon blijft zitten, hoe kun je dan de tuin inkomen? Nou, helemaal niet dus. Dan moet Ciro noodgedwongen buiten de tuin blijven zitten en blaffen tot die gevaarlijke kat besluit te vertrekken. En als de indringer dan eindelijk weg is loopt hij triomfantelijk zijn logeerdomein in alsof het enkel dankzij zijn heldhaftige optreden weer een veilig thuis is. Wat een genot, een eigen kleinhond.